Saint-Hubert

ZIJN legende van de patroonheilige van de jagers, ZIJN woud, ZIJN ABDIJ, EUROPESE HOOFDSTAD VAN DE JACHT EN DE NATUUR

Een open plek in het bos van de Ardennen

Saint-Hubert ligt in Belgisch Luxemburg, in het hart van de Ardennen in België. Al eeuwenlang is het grote woud van Saint-Hubert een toevluchtsoord voor wilde dieren en een paradijs voor jagers. Lang geleden verscheen in dit mythische bos een hert met een lichtend kruis tussen zijn gewei voor een nobele jager, genaamd Hubert. Het hert zou deze jager bekeerd hebben en zo ontstond de legende van St. Hubert.

Hij werd bisschop van Tongeren-Maastricht in de 8e eeuw. Amper 16 jaar na zijn dood werd hij heilig verklaard. Vanaf dan werd Hubertus beschouwd als de bekeerde jager en genezer van hondsdolheid. Zijn lichaam werd in de 9e eeuw overgebracht van Luik naar het klooster Andage in de mysterieuze Ardense bossen. Duizenden pelgrims kwamen naar Andage om zijn relieken te vereren en het klooster groeide uit tot een gerenommeerd religieus, intellectueel en artistiek centrum.

In de 12e eeuw veranderde de naam Andage in Saint-Hubert. En hoewel de relieken van de heilige verdwenen toen de Franse hugenoten in 4568 de abdij plunderden, bleven de jagers gefascineerd door hun held.

Ook vandaag nog wordt hij gevierd, elk jaar op 3 november, de dag van zijn heiligverklaring. Tijdens de plechtige mis, waar vele pelgrims en jagers aan deelnemen, wordt het brood gezegend en weerklinkt het indrukwekkende geluid van jachthoornblazers.

En ook het eerste weekend van september komen er veel toeristen naar de Europese hoofdstad van de Jacht voor het Feest van de Jacht en de grote historische optocht. Dit populaire evenement herdenkt de legende van Saint-Hubert, die aanbeden wordt als genezer van hondsdolheid en de patroonheilige is van de jagers.

Een majestueuze basiliek

Het kleine stadje St-Hubert, waarvan de inwoners de « Borquins » worden genoemd (bewoners van een “bourg”= kleine stad), dankt haar uitstraling aan de voormalige Benedictijner abdij die van deze plaats een welvarend marktstadje maakte waar ambachtslui, handelaars, landbouwers en kunstenaars goed hun brood verdienden.

De majestueuze St.-Pieter & Paulus basiliek getuigde van de economische en politieke invloed van de abdij. Ze werd meerdere keren heropgebouwd door o.a. de abten Nicolas de Malaise en Celestin de Jongh. Haar laatste redding in 1808 dankte de kerk aan notabelen uit de stad en aan de bisschop van Namen. In 1927 werd de abdijkerk verheven tot basiliek door paus Pius XI. Dit gebeurde naar aanleiding van de 1200e gedenkdag van de dood van ST.-Hubert in 727.

Het kerkgebouw, waarvan de plattegrond een Latijns kruis vormt, heeft een gotische stijl. Het huidige priesterkoor dateert voor het grootste gedeelte uit de renaissance (16e eeuw). De gevel, in classicistische stijl, werd toegevoegd in 1700 in opdracht van abt Clement Lefèvre. Boven het portaal bevindt zich het familiewapen van de 49e abt en een chronogram dat het jaartal DCLML (1700) bevat. In de kerk zijn talrijke kunstwerken te ontdekken: schilderijen, beelden, altaar, orgel...

De eerste beelden die u ziet in de linker zijbeuk zijn barokke meesterstukken. Het zijn de evangelisten, uitgesneden in lindehout door beeldhouwer Guillaume Evrard in de 18e eeuw. Verderop bevindt zich een majestueuze grafkelder uit Carrara marmer en Franse steen, geschonken door Koning Leopold I, bestemd voor het stoffelijk overschot van de heilige Hubertus, dat men hoopt ooit terug te vinden.

Een andere getuige van de St-Hubertus cultus is de pelgrimsboom. Deze beuk stond langs de pelgrimsroute. Bij het vellen van deze boom, ontdekte men in de stam een kruis met een hert, dat aan de oorsprong van de bekering van St-Hubert ligt. Er zijn nog andere verrassende fenomenen te ontdekken in deze basiliek, de boeken van Dan Brown waardig. Zo kan men in de basiliek, tijdens de zomerzonnewending op 21 juni een merkwaardig fenomeen aanschouwen. Net na zonsopgang, wordt het paneel met de bekering van St-Hubert belicht door een bundel zonnestralen. Fascinerend! En naar het schijnt is het ook een plaats voor tellurische krachten. Om optimaal te genieten van dit buitengewone erfgoed, kunt u zich het beste laten begeleiden door een gids of huurt u een audiogids. En een bezoek bovenin de basiliek, in de hanenbalken, is spectaculair!

Een abtenpaleis, een Romaanse kerk

Het abdij "paleis" dateert uit de tijd van abt Celestin de Jongh (1727-1760) die het liet bouwen om voorname gasten te verwelkomen. Zowel rijke als arme mensen kwamen naar de abdij om de heilige Hubertus te aanbidden. De armen en de zieken werden onthaald In het hospitaal dat zich beneden aan de abdij bevond. Zij kregen er een portie brood en kaas... en ook een glas bier. In de 18e eeuw bezochten gemiddeld 15.000 pelgrims Saint-Hubert.

De abt heerste over het "gebied" dat zich uitstrekte over een groot deel van de hertogdommen Bouillon en Luxemburg, maar ook over een deel van Luik en Frankrijk. Op het fronton van de voorgevel staat zijn blazoen en de zinspreuk "amore non timore" door liefde, niet door angst

Het gebouw is opgetrokken in baksteen en kalksteen, voor de kolommen en fonteinen werd marmer gebruikt. Het interieur van het paleis is niet toegankelijk voor bezoek maar de sculpturen in de buitendeuren en de monumentale trap zijn het bekijken waard. Het smeedijzeren hek dat het voorplein afsluit is versierd met verguldsels en parels van geblazen glas die de bloemen doen schitteren. De 10 polychrome figuren evoqueren de Romeinse maankalender.

Tot 1809 was de parochiekerk van St-Hubert een kleine Romaanse kerk uit de 11e eeuw. De huidige St.-Gilles kerk en de pastorie zijn gebouwd in 1734. Saint-Gilles wordt aangeroepen tegen zenuwziekten, stuiptrekkingen en nachtmerries. Hij is de beschermer van de moeders, een niet onbelangrijke heilige dus!

Bedevaart en bezinning

Oude en nieuwe wegen leiden naar Saint-Hubert, dat ook vandaag nog een bedevaartsoord is. Hoogtepunten zijn 30 mei, de dag waarop de heilige stierf en 3 november, de dag van zijn heiligverklaring.

De meest gekende bedevaarten zijn die van Lendersdorf (18e eeuw) en van Andenne (17e eeuw). De eerste, de "Duitse pelgrimstocht", doorkruist 3 regio's: de Duitse Eiffel, de Luxemburgse Oesling en de Ardennen... een voettocht van 300 km tussen Hemelvaart en Pinksteren in mei-juni. De bedevaart van Andenne gaat om de twee jaar door met Pinksteren en wordt gelopen in 3 etappes van 50 km, een mooie prestatie! Sint-Hubert genas in de 12e eeuw hondsdolheid, vandaag wordt hij aangeroepen voor meer hedendaagse ziekten zoals stress en hyperactiviteit.

Volgens de regels van Sint-Bernardus, verwelkomen de Benedictijner zusters in het klooster van Hurtebise, mensen die op zoek zijn naar stilte om zich te bezinnen en te mediteren. Het O.L.V.-klooster werd gebouwd in 1938 en bevindt zich op een steenworp van St-Hubert te midden van de Ardense bossen

Kracht en schoonheid van de natuur

Bijzondere aandacht wordt besteed aan het ecologische en toeristische beheer van de uitgestrekte bossen van St-Hubert. Wandelaars kunnen het wild observeren op één van de zes uitkijkposten verspreid over het domein. Men kan ze vinden door de gemarkeerde paden te volgen.

Het woud van St-Hubert biedt 250 wandelingen, 3 bivakplaatsen en 40 rustpunten.

Drie grote trekpaden doorkruisen het prachtige gebied: de Transardennaise, de Rijn-Maasroute en het « Valleien van Ourthe & Laval »-pad. Kom meer te weten over dit merkwaardige gebied op het didactisch pad van « Le Bois de la Fontaine » of maak in september een avondwandeling onder begeleiding van een boswachter om het magische burlen van de herten te horen. Voor kinderen is het wildpark van St-Hubert een echte aanrader.

En mis het oeroude natuurgebied, « La Boulaie du Rouge Poncé » niet. Deze 600 ha natte heidegrond zijn een residu van de laatste ijstijd. Loop er over de houten loopbruggen om de boreale plantengroei te bewonderen.

Bent u fan van slow tourism, dan is het toeristische aanbod van “La grande Forêt de St-Hubert" op uw lijf geschreven. 10 gemeenten, 4 Maisons du Tourisme en 52.200 ha bossen, waar u kunt slapen, eten en bewegen in de natuur. Drie digitale routes voor tablet vervolledigen de bestaande infrastructuur.

Een bekende kunstenaar

Aan de voet van de monumentale trap van het stadhuis bevindt zich een fontein en een gietijzeren borstbeeld ter nagedachtenis van Pierre-Joseph Redouté (1759-1840). Deze artiest die de bijnaam "Raphaël van de bloemen" kreeg, werd geboren in St-Hubert in 1759. Hij groeide op in een familie van kunstschilders. Zijn vader en grootvader maakten naam met de decoratie van de abdijkerk. Pierre-Joseph Redouté kreeg onderwijs in St-Hubert van monnik-dokter-apotheker Robert Hickman, een fervente plantenkenner.

In 1782 verhuisde hij naar Parijs om er zijn broer Antoine Ferdinand, ontwerper van theaterdecors, te vervoegen. In zijn vrije tijd wandelde Pierre-Joseph door de Jardin du Roy, nu de Jardin des Plantes, waar hij bloemen en planten tekende en ze afwerkte met waterverf of kleurpotlood. Hij werd de vaste illustrator van Charles-Louis L'heritier de Brutelle, een befaamde botanist van de Academie des Sciences. In 1787 ging hij planten bestuderen in Kew Gardens in de buurt van Londen.

In 1792 werd Redouté benoemd tot "perkament"schilder in het Muséum national d’Histoire naturelle. Daarna gaf hij ook les aan Louise-Marie van Orléans, de toekomstige vrouw van Leopold I, koning der Belgen. In die tijd was het in Europa mode om plantensoorten uit de hele wereld te verzamelen en horticultuur werd een wetenschappelijke discipline. Decoratieve kunsten (stoffen, porselein) werden erdoor beïnvloed en prestigieuze porseleinfabrieken (Sèvres) gebruikten reproducties van Redouté om hun serviezen te decoreren. Toch stierf onze kunstenaar "geliefd door heel Parijs" in armoede in 1840.

Hij ligt begraven op het kerkhof Père Lachaise in Parijs. Vandaag wordt er jaarlijks een prestigieuze Redouté award uitgereikt op het kasteel van Lude in de Loirevallei, die de beste botanische tuinboeken beloont.

Juillet Musical van Saint-Hubert

Het abdijpaleis en de basiliek dienen als decor voor het artistieke leven van de provincie Luxemburg. Tijdens de zomervakantie ontmoeten de beste muzikanten er elkaar tot groot genoegen van liefhebbers van klassieke muziek.

Bijna 60 jaar geleden zag “Juillet Musical” het licht, gestimuleerd door de wereldexpo 1958 in Brussel. Nog andere innovatieve ideeën kwamen hier tot uitwerking, zoals de zomerstages van de Academie Internationale d'Ete in 1963 en ten slotte in 2004 de "Coups de Coeur" en het Festival des Jeunes, dat kansen geeft aan jonge muzikanten uit de provincie.

Openluchtmuseum Le Fourneau St-Michel

Het 50 ha grote domein strekt zich uit over een grote open plek omgeven door water en bossen en is een paradijs van biodiversiteit! Het landelijke leven van vóór de 2e wereldoorlog werd hier getransplanteerd: boerderijen, school, kapel, bakhuis, wasplaats... al wandelend door de ongerepte natuur ontdekt u de typische architectuur van Belgisch Lotharingen, de Ardennen, Haspengouw en de Condroz. Traditionele huizen, meubels en reconstructies van ambachtelijke werkplaatsen met oud gereedschap geven een beeld van het dagelijkse leven van onze voorouders.

 In het zomerseizoen brengen animaties zoals Mai'li-Mai'lo en de zomerzondagen « Djins d’amon nos ôtes » het domein tot leven.  En wanneer het winter wordt, kan men er luisteren naar verhalen rondom het haardvuur, of Sinterklaas en de Kerstman verwelkomen zoals in de goeie ouwe tijd. 

Het ijzermuseum, dat momenteel vernieuwd wordt, toont de metaalnijverheid die zich hier ontwikkelde in de 18e eeuw toen de laatste abt van St-Hubert, Dom Nicolas Spirlet hier een hoogoven en een smederij liet installeren. Deze pater-staalproducent zal later zelfs kanonnen leveren voor de Onafhankelijkheidsoorlog in Noord-Amerika!

Het domein van Mirwart

Het provinciale domein van Mirwart strekt zich uit over 1350 ha prachtige bossen met loof- en naaldbomen en talloze vijvers. In een informatieboekje over het domein staan 4 wandelingen van 5 tot 12 km. Het beschrijft ook de sporen van het rijke verleden die hier nog te vinden zijn: een ijskelder, oude bruggen, of de ijzersmelterij uit de 16e eeuw. Het boekje is te koop op het domein of bij het Maison du Tourisme. 

Wie Mirwart zegt, denkt meteen ook aan de viskwekerij. Hier wordt de “fario” of beekforel gekweekt die nadien wordt uitgezet in de Ardense rivieren. Het water van de vijvers van de piscicultuur komt van het riviertje de Marsault, dat uitmondt in de Lhomme. Hengelstages (vissen) worden georganiseerd voor jongeren van 10 tot 15 jaar.

En droomt u ervan om de Ardennen in vogelvlucht te bekijken, dan moet u zeker ook naar de aerodroom van St-Hubert waar u o.a. een zweefvlucht kunt maken over dit magische gebied, dat bijzonder rijk is aan bossen, legendes en geschiedenis.

Op 15 km van het Keltenmuseum

Om meer te weten over onze voorouders de Galliërs, die veel meer waren dan vechtersbazen die op everzwijnen jaagden, is het Keltenmuseum in Libramont een must en alles behalve vervelend.

Kinderen zullen versteld staan van de wagens waarmee de onverschrokken Kelten ten strijde trokken. En wat te zeggen van de tuigen waarmee ze de paarden optuigden, de kleurrijke kleding die hun wevers een reputatie gaf tot in Rome en de gebruiksvoorwerpen gemaakt door hun ambachtsmensen, pottenbakkers, siersmeden en metaalbewerkers. En waarom hebben ze dan de reputatie een wild volkje te zijn? Het antwoord vindt u in het Keltenmuseum in het centrum van Libramont.