Orval

de Gouden vallei van de trappistenbroeders

Negen eeuwen van cisterciënzer gastvrijheid

De geschiedenis van deze prestigieuze abdij begint in 1070. Enkele Italiaanse benedictijnen kozen een onbewoonde vallei uit om een abdij te bouwen, die al snel uitgroeide tot een belangrijk christelijk bolwerk. De abdij werd meerdere malen verwoest maar ze verrees steeds opnieuw uit haar as. De laatste « renaissance » was in 1926, wanneer de cisterciënzer monniken van Sept-Fons (Fr) de door de Franse Revolutie achtergelaten ruïnes weer opbouwden en er een brouwerij en kaasmakerij begonnen om de reconstructie te financieren. Dit gigantische werk stond onder leiding van Gentenaar Marie-Albert van der Cruyssen, een monnik van de La Trappe abdij van Soligny (Fr). Deze gewezen ondernemer werd later de eerste abt van het nieuwe klooster. De plannen werden getekend door een vriend, ingenieur-architect Henry Vaes, die er twintig jaar aan zou werken. De nieuwe abdij werd gebouwd op de overblijfselen van de 18e eeuw. De abdijkerk werd ingewijd in 1948.

Een gouden vallei

Aan de abdij is een prachtige legende verbonden, die de oorsprong van de naam Orval verklaart. Gravin Mathilde van Toscane, hertogin van Neder-Lotharingen, was op bezoek in Orval toen ze haar trouwring verloor in de fontein die zich op de site van de oude abdij bevindt. Ze bad tot Onze Lieve Vrouw om hem terug te vinden en een forel dook op uit het water met de ring in zijn bek. De gravin verklaarde toen dat de plaats een ware “Val d’Or” was, een echte vallei van goud. Uit dankbaarheid besloot Mathilde om op deze gezegende plaats een klooster te stichten. De cisterciënzers konden in hun levensonderhoud voorzien door de hen toegewezen landerijen vruchtbaar te maken. In de 13e eeuw bezat Orval een twaalftal boerderijen waar lekenbroeders een florissante economische activiteit ontwikkelden, uitgestrekte bos- en landbouwzones waar u vandaag voor een klein deel doorheen kunt wandelen in het natuurreservaat Prés d’Orval. Vleermuizen, zeldzame insecten en planten zoals orchideeën, en Highland runderen geven u de indruk dat u zich in een aards paradijs bevindt.

Goede en kwade tijden van de abdij

De bewogen geschiedenis van Orval samenvatten in enkele regels is onbegonnen werk. Een bezoek ter plaatse is verhelderend, zowel voor beginners als voor echte geschiedenisfreaks. In het kort: de ruïnes getuigen nog van de kerk uit de 12e eeuw, de hamersporen van steenhouwers zijn uit de 12e en 13e eeuw en op de site zijn ook restanten te vinden van de heropbouw die in de 17e eeuw plaatsvond.

In het kloostermuseum krijgt men een beeld van de welvarende site tijdens de 18e eeuw. De vrije bezoeker begint zijn parcours met een video van 20 minuten over de geschiedenis van het klooster. Een educatief parcours haalt het dagelijkse leven van de monniken voor de geest. Het parcours loopt verder tussen de ruïnes van de oude cisterciënzer abdij, een site die bol staat van geschiedenis en die bezocht werd door beroemdheden zoals Victor Hugo en de Duitse keizer Wilhelm II. Ook een bezoekje waard zijn de traditionele apotheek en de tuinen met medicinale planten. In het hoogseizoen worden er verschillende thematentoonstellingen gehouden. Orval ligt op de Abdijenroute en de Route van het Bier en de Smaken, te vinden op www.visitardenne.com/all-access.

De smederijen van Orval

De metaalindustrie begon onder het beheer van een grote abt van Orval: Jacques de Baranzy (1384-1415). Hij keek de kunst af van de nieuw verschenen technieken in de omgeving van Luik. Vanaf die tijd maakten de monniken van Orval gebruik van de minerale gronden van Buré, aan de rand van St-Pancré, met ijzererts van uitstekende kwaliteit. Zelf noemden de monniken hun product “sterk ijzer”. Hier stond de oudste hoogoven van het bassin van Longwy, vlakbij de louteroven.

In 1691 verplichtte Lodewijk XIV de monniken om een andere hoogoven te bouwen in Dorlon. De kwaliteit van het ijzer was ook zeer goed voor het maken van wapens. Het gietijzer werd ter plaatse bewerkt of naar Orval gebracht. De cisterciënzer monniken wisten de kracht van het water in de rivieren uitstekend te benutten om de raderen van hun smederij te laten draaien. Vanaf de drie vijvers van Neufmoulin, gelegen langs de weg van Limes, werd het water meegevoerd door een nu nog zichtbare tunnel.

Het hoogtepunt van de ijzerproductie in Orval was in het einde van de 17e en de 18e eeuw. Hier haalden ze het hoogste rendement van Europa, zowel in kwaliteit als kwantiteit. De ijzerstaven werden in kleine stukken gesneden voor spijkers. Andere staven werden getransformeerd tot platen. Onder invloed van de abdij verspreidde zich een belangrijke industriële economie in heel Lotharingen. Gebouwen en sites van nu geven nog een goed beeld van de ijzer- en staalindustrie.

 

De geheimen van het beroemde trappistenbier

Het enige gebouw dat overeind is gebleven van de middeleeuwse abdij is het Abraham-gebouw, « Les Communs d’Abraham ». Hier waren de slaapplaatsen van de jonge broeders (novices) gevestigd en ook hun werkplaatsen "de communs" genoemd. In de 19e eeuw werd een deel ervan omgebouwd tot wintertuin. Vandaag is er een museum ingericht dat de brouwgeheimen van het beroemde trappistenbier onthult. De brouwerij begint haar productie in 1932.

Orval is één van de 6 bieren in de wereld die nog gebrouwen worden onder de controle van trappistenmonniken. Het recept van dit sublieme product, evenals het bierglas en de fles met het etiket dateren uit de jaren 30.

In deze mooi gerestaureerde ruimte vinden we ook een tactiel schaalmodel van het klooster voor slechtzienden en een didactisch parcours op scherm voor kinderen. Ook zijn er werken van de monnikschilder Broeder Abraham Gilson ondergebracht. Deze artistieke monnik hielp met de decoratie van de abdij in de 18e eeuw, die helaas in vlammen opging tijdens de Franse Revolutie.

Brood, bier en kaas, door de monniken gefabriceerd, zijn te koop in de abdijboetiek. De Orvalkaas is gebaseerd op het recept van de trappisten van de Abdij Port-du-Salut, in la Mayenne. De winkel is tevens goed gevuld met boeken over het religieuze leven en met souvenirs van de abdij en andere religieuze objecten. De brouwerij van Orval waakt nauwgezet over de kwaliteit van haar trappistenbier, en voerde daarom het label Ambassadeur d'Orval in. Eén van deze ambassadeurs is de Auberge A l'Ange Gardien op 50 meter van de abdij gelegen. Deze brasserie serveert producten van de abdij met als exclusiviteit een groene Orval van het vat en speciale gerechten op basis van het Orvalbier.

Het kloosterleven

In de geest van de benedictijner regels, sluit de gemeenschap zich niet af van de buitenwereld. Ze stelt zich open voor contact met de samenleving en de plaatselijke kerk. Ze verwelkomt in haar gastenverblijf alle personen, mannen, vrouwen, groepen en individuen op zoek naar rust en bezinning.

Een retraiteverblijf van twee dagen tot een week biedt de mogelijkheid om de waarden van meditatie in stilte en de schoonheid van de plaats te delen met de broeders.

Inlichtingen

Duur van het bezoek aan de abdij: 2u

Openingstijden

Rondleiding inclusief audiovisuele voorstelling: in de namiddag in juli en augustus, en op zondagmiddag in september.
Start van de rondleiding (FR): 13.30u, 14.30u, 15.30u, 16.30u, 17.30u. Geopend van juni tot september van 9.30u tot 18.30u. Tussenseizoen (maart tot mei en oktober): van 9.30u tot 18u. Winter (van november tot februari): van 10.30u tot 17.30u. Andere periodes: rondleidingen mogelijk op aanvraag vooraf (min. 15 dagen) voor groepen (meer dan 20 pers.) op aanvraag per tel. en bevestigd per post, mail of fax (+ 32 (0)61/32 51 46). 

Contact

Abbaye Notre-Dame d'Orval
Orval, 1 - 6923 Orval
+ 32 (0)61/31 10 60
ruines@orval.be
www.orval.be